Dit jaar vieren ze hun 5 jarig bestaan in Nederland: OpenNet. Het concept is in Zweden al jaren niet meer weg te denken, maar in Nederland zijn ze nog relatief onbekend. Glasvezel.nu vroeg Huub van Ettekoven, Director OpenNet Social Move bij OpenNet Europe, wat OpenNet zo anders maakt.
We spreken met Huub van Ettekoven terwijl hij wacht op zijn vlucht naar Wenen. Het van oorsprong Zweedse initiatief OpenNet is inmiddels in verschillende landen in Europa actief.
Het succes van de Zweedse aanpak zit vooral in, zoals OpenNet dat zelf noemt, de ‘scheiding van machten’. Eigendom van het netwerk, communicatietransport en levering van diensten zijn verdeeld over drie partijen. “In Nederland zien we vaak dat één partij de hele keten in handen heeft. Die partij legt het glasvezelnetwerk aan, levert de diensten en is de eigenaar van de infrastructuur,” vertelt Van Ettekoven. “In het model van OpenNet komen er verschillende partijen bij elkaar. Zo kan een coöperatie van inwoners van een stad of buitengebied zelf een glasvezelnetwerk aanleggen, OpenNet Communicatie Operator zorgt vervolgens voor de technische inrichting en transport over dit netwerk en verschillende providers leveren tenslotte de diensten als internet en televisie. OpenNet mag zelf geen diensten aanbieden op het netwerk; alleen het transport. Door deze indeling is het volledig inzichtelijk wie welk bedrag berekent. Dat is transparant en goed voor de onderlinge concurrentie, wat uiteindelijk natuurlijk weer voordeliger is voor de klant.”
Eigendom
“Een ander groot voordeel voor de eindgebruiker is dat deze eigenaar wordt van de glasvezelinfrastructuur. Door een eenmalige inleg verkrijgt de bewoner het eigendom van het glasvezelnetwerk én het bijbehorend rendement. Ook kan het eigendom maandelijks worden opgebouwd door het gebruik ervan. De gebruiker betaalt dan geen eenmalige inleg, maar een maandelijkse bijdrage. Uit het maandbedrag wordt de vergoeding voor de glasvezel afbetaald aan de financier. Na ongeveer 15 jaar is het volledige bedrag afgelost en ontvangt de bewoner rendement. Het gebruik en de kosten van de diensten zijn dus niet anders dan wat nu gebruikelijk is, echter met één verschil: met de vaste maandbedragen worden de aanlegkosten van het glasvezelnetwerk afbetaald. Na verloop van tijd is het volledige bedrag terugbetaald en zijn de inwoners van het gebied dus gezamenlijk de eigenaar van het glasvezelnetwerk.”
“Wat het marktmodel van OpenNet zo aantrekkelijk maakt is de schaal waarop we kunnen werken,” legt hij uit. “Wanneer een coöperatie zelf een netwerk aanlegt, gaat het meestal om enkele duizenden aansluitingen. Voor de grotere providers is het niet rendabel om al hun diensten aan te bieden op een dergelijk relatief klein netwerk. In de praktijk zie je dan dat consumenten maar uit twee of drie providers kunnen kiezen. Omdat OpenNet op verschillende plaatsen in Europa actief is, biedt ons netwerk schaalvoordelen. Diensten van providers in Oostenrijk, kunnen op eenvoudige wijze ook aangeboden worden in Nederland. Zo heeft de consument veel meer keus.“
Afgelegen gebieden
Het OpenNet model werd in 2000 ontwikkeld in Zweden, met name om in afgelegen gebieden rendabele verbindingen aan te kunnen leggen. Het model bleek daar goed te werken en werd al snel ook in andere landen in Scandinavië uitgerold. Inmiddels is het OpenNet marktmodel in Zweden de drijvende kracht achter ongeveer 70% van alle aansluitingen. Nu is het de beurt aan Oostenrijk, Nederland, Duitsland en Oost-Europa. “Hoewel het model op hoofdlijnen overal op dezelfde manier wordt uitgerold, werken we wel in ieder land met een lokale OpenNet organisatie,” zegt Van Ettekoven. Zo ook in Nederland.
“Wij zijn in 2010 opgericht en timmeren sindsdien hard aan de weg om het OpenNet-concept ook in Nederland weg te zetten. Dat gaat niet vanzelf. We werken volgens een heel ander model dan wat in Nederland gebruikelijk is en daar moet men aan wennen. Ondanks de voordelen is het niet zo eenvoudig om partijen te overtuigen van het concept. Het is hier nieuw en onbekend; en onbekend maakt onbemind.” Volgens Van Ettekoven is het een kwestie van een lange adem. “Gelukkig hebben we daarin de steun van de vestigingen in Scandinavië. In een recent rapport van Dialogic voor de provincie Drenthe over het businessplan voor ECO Oostermoer wordt onze aanpak ‘baanbrekend’ genoemd. Dat is een mooie opsteker. Alle inspanningen beginnen hun vruchten af te werpen. Zo zijn we in Oostermoer (Drenthe) en regio’s in Groningen en Friesland hard op weg om een glasvezelnetwerk te realiseren.”
Over de ambities van OpenNet is Van Ettekoven duidelijk: “We willen OpenNet in heel Europa wegzetten. In het Noorden zijn we op de goede weg, we richten ons nu op het midden en de Balkan. In de toekomst hopen we ook voet aan de grond te krijgen in Zuid-Europa.”
Bron: http://www.glasvezel.nu/nieuws/004306-20150121_opennet-5-jaar-nederland